Blog
Dieetcultuur in de klas: Juf, is mijn buik te dik?
Deze blog van Eva Dierickx is oorspronkelijk geplaatst op onze zusterblog Kleutergewijs. Het blogbericht is vertaald en bewerkt door Bodine Romijn.
Januari staat voor veel mensen in het teken van goede voornemens. Beter eten, meer bewegen en een paar kilo’tjes kwijt raken staat daarbij vaak in de top 3 van goede voornemens. De focus op afvallen en er goed uit zien is onderdeel van wat we ‘dieetcultuur’ noemen. Eenvoudig uitgelegd betekent dit dat er een gedeelde overtuiging is dat dunnere lichamen betere lichamen zijn en dat iedereen binnen een beperkte marge van gewicht kan en moet blijven. [1] En net zoals alle sociale normen, verwachtingen en cultuur, pikken jonge kinderen hier meer van op dan we denken of zouden willen. [2] In deze blog vertellen we je meer over hoe kinderen een beeld over hun lichaam vormen en geven we je tips om ze te ondersteunen in het krijgen van een positief lichaamsbeeld.
Lichaamsbeeld van jonge kinderen
Veel mensen hebben last van een negatief lichaamsbeeld (ook wel subjectieve beoordeling van je fysieke lichaam en uiterlijk). Een negatief lichaamsbeeld is niet iets dat plots begint in je puberteit of iets dat opkomt na één vervelend incident in je volwassen leven. Veel kinderen beginnen zich bewust te worden van hun lichaam rond de leeftijd van twee jaar, wanneer ze zichzelf beginnen te herkennen op foto’s of in de spiegel en wanneer ze delen van hun lichaam herkennen. [3] In een later stadium beginnen kinderen zich bewust te worden van het maatschappelijke idee van schoonheid, en hoe zijn aan dat idee kunnen voldoen. Kinderen leren dat via tekenfilms, boeken, speelgoed, maar ook door interactie met hun omgeving. De belangstelling van een kind voor het eigen lichaam kan bijvoorbeeld gewekt worden doordat ze hun ouders of andere volwassenen over een ander lichaam dat ze mooi, lelijk, slanker of dikker dan eerder vinden. De maatschappij en de media spelen dus een belangrijke rol bij de internalisering van de schoonheidsidealen bij kinderen op jonge leeftijd. [3]
De vorming van een (negatief) lichaamsbeeld is iets dat al begint voor kinderen zes jaar oud zijn [4,5]. Jonge kinderen tonen daarbij al vroeg tekenen van ontevredenheid over hun eigen lichaam, zoals het vergelijken van hun lichaam en het maken van negatieve opmerkingen over hun uiterlijk [6]. Onderzoekers tonen aan dat 5- en 6-jarige meisjes soms zelf al aangeven een dunner lichaam te willen hebben [7]. Kinderen tonen vanaf drie jaar al een voorkeur voor slanke mensen en negatieve attitudes en zelfs stigmatisering tegenover dikkere mensen. Kinderen internaliseren met andere woorden stereotypes over dikke en dunne lichamen. Ze benoemen dikke figuren als ‘gemeen’ of ‘stout’ en diezelfde, slankere, figuren als lief en goed [5]. Gewicht of lichaamsomvang lijkt zelfs bij kleuters al een rol te spelen bij de keuze van vriendjes.
Jij kunt als professional kinderen ondersteunen in het vormen van een positief lichaamsbeeld. Hieronder drie tips die je hiervoor kunt inzetten.
Tip 1: Vermijd dieetpraat
De manier waarop we over eten praten, heeft een grote invloed op hoe kinderen een relatie met eten en hun zelfbeeld opbouwen. Veel ouders en andere volwassenen zijn opgevoed in een cultuur waarin we calorieën luidop tellen en ons lichaam vaak hardop neerhalen tegenover elkaar. Niet alleen thuis, maar ook op school en op de opvang praten volwassenen onderling in het bijzijn van kinderen op hun dieet, maken ze wel eens grapjes over hun gewist of benoemen ze traktaties als een ‘zonde’. Dit noemen we ook wel dieetpraat.
Dieetpraat heeft een negatieve invloed op ons eigen lichaamsbeeld en ook op het lichaamsbeeld van de kinderen in onze omgeving, want kinderen luisteren altijd mee, maar zijn nog niet goed in staat om nuance in onze taal te horen. Als je bijvoorbeeld zegt: ‘Ik heb zoveel ijs hebt gegeten deze kerst, het zou verboden moeten worden’, geven we onze kinderen onbedoeld de boodschap dat wanneer ze van een ijsje genieten ze iets ‘slechts’ of ‘verkeerds’ doen. In werkelijkheid is voedsel natuurlijk gewoon voedsel. Ja, sommige voedingsmiddelen bevatten meer voedingsstoffen dan andere, maar dat betekent niet dat het op een voetstuk moet worden geplaatst of dat je een beter, moreel rechtschapen persoon bent als je het eet. Broccoli eten maakt je niet automatisch een goed mens en chocolade eten maakt je niet automatisch een slecht mens. We moeten het schuldgevoel, de schaamte en het ophemelen van voedsel wegnemen, en dat kunnen we alleen als we er neutrale taal omheen gaan gebruiken. [8]
Kinderen mogen leren wat verschillende soorten voedsel met ons lichaam doen en dat het belangrijk is om een gebalanceerd voedingspatroon te hebben. Maar dat kunnen we ook bereiken zonder voedsel te demoniseren. Bijvoorbeeld door te erkennen dat ALLE voedingsmiddelen een zekere mate van voedingswaarde kunnen bieden. Ja, zelfs suiker geeft ons energie, vet is belangrijk voor de hersenen, enzovoort. Op die manier is geen voedsel ‘stout’ of ‘goed’, maar heeft elk voedingsmiddel zijn waarde in een gebalanceerd voedingspatroon.
Tip 2: Vermijd stereotypering
Voortdurende slanke, zeer geïdealiseerde personages in tekenfilms maar ook boeken, (barbie)poppen, speelgoed en reclame zorgen voor meer ontevredenheid bij kinderen over hun lichaam. Ze creëren het beeld dat slank het enige lichaam is wat mooi gevonden mag worden. Als er dikkere personages voorkomen, worden ze vaak getoond als lui, veelvraten of ‘de clown van de groep’. Ook genderstereotypen versterken wat we kinderen leren over hun lichaam. Aan meisjes wordt al jong geleerd zich vooral te richten op hun uiterlijk en hun lichaam te bekijken door de lens van anderen. Het belangrijkste daarbij is dat ze er mooi uit zien. Jongens daarentegen worden geleerd dat ze sterk en dapper moeten zijn wat zich vertaald in sterke spieren en six packs. Deze boodschappen die verscholen zitten in ons speelgoed, onze taal en onze tekenfilms, hebben ook invloed op het zelfbeeld van jonge kinderen. [8]
Wat kun je doen om deze stereotypering tegen te gaan? Het is momenteel (nog) geen eenvoudige zoektocht, maar probeer je kinderen toch in aanraking te brengen met diverse lichaamsvormen. Positieve representatie van deze diversiteit kan kinderen helpen bij het vormen van een positief lichaamsbeeld én bij het verminderen van stereotypes en vooroordelen. Maak daarom een brede diversiteit aan lichaamsvormen van kinderen en volwassenen zichtbaar in films, speelgoed en prentenboeken. Zoek bij elk thema ook rolmodellen op met verschillende lichaamsmaten, hang die op als voorbeeld of haal zo’n speelgoed binnen in je groep. [8]
Tip 3: Benadruk wat je lichaam kan, niet hoe het eruit ziet
De manier waarop we over lichamen praten – over ons eigen lichaam, dat van anderen, zelfs dat van vreemden of beroemdheden – speelt een grote rol in hoe kinderen hun eigen lichaam leren begrijpen. Als we ons fixeren op ons uiterlijk, in positieve of negatieve zin, leert dat kinderen dat hoe ons lichaam eruitziet het belangrijkste is [3,8]. Dus door te veel de nadruk te leggen op het uiterlijk van jezelf en anderen, geef je kinderen de boodschap dat onze belangrijkste taak is om er goed uit te zien of mooi te zijn. Het kan helpen om vooral over ons lichaam te praten in functie van wat het KAN, in plaats van hoe het eruit ziet. ‘Met mijn armen kan ik zware dingen opheffen, met mijn benen kan ik ver springen, etc.’
Tot slot
Dieetcultuur is overal rondom ons en werkt al tientallen jaren ongemerkt op ons in, als sluikreclame. De beste manier om je kinderen een betere relatie met eten en lichaamsbeeld te geven, is dan ook om je eigen relatie met eten te herstellen. Je eigen vooroordelen, zelfbeeld, idee over ‘ideale lijven’ en ‘gezond eten’ kritisch in vraag stellen is de eerste stap. Wees daarbij kritisch en mild voor jezelf. We zijn allemaal opgevoed in een dieetcultuur en het kost tijd om anders naar jezelf en de wereld te leren kijken.
[1] Stone, C. (2016, 16 juni).Diet culture deeply impacts kids of all ages: 5 ways parents can break the cycle. Motherly. Van https://www.mother.ly/life/diet-culture-kids-food/
[2] Neves, C. M., Cipriani, F. M., Meireles, J., Morgado, F., & Ferreira, M. (2017). Body image in childhood: an integrative literature review. Imagem corporal na infância: uma revisão integrativa da literatura. Revista paulista de pediatria : orgao oficial da Sociedade de Pediatria de Sao Paulo, 35(3), 331–339. https://doi.org/10.1590/1984-0462/;2017;35;3;00002
[3] González et al. (2018). Perception of body size and dissatisfaction in children aged 3 to 6: A systematic review. Anales de Psicología. 34. 173-183. 10.6018/analesps.34.1.275931.
[4] Hart, Laura M.; Damiano, Stephanie R.; Chittleborough, Philip; Paxton, Susan J.; Jorm, Anthony F. (2014). Parenting to prevent body dissatisfaction and unhealthy eating patterns in preschool children: A Delphi consensus study. Body Image, 11(4), 418–425. doi:10.1016/j.bodyim.2014.06.010
[5] Spiel, Emma C.; Paxton, Susan J.; Yager, Zali (2012). Weight attitudes in 3- to 5-year-old children: Age differences and cross-sectional predictors. Body Image, 9(4), 524–527. doi:10.1016/j.bodyim.2012.07.006
[6] Tremblay, Line & Limbos, Marjolaine. (2009). Body Image Disturbance and Psychopathology in Children: Research Evidence and Implications for Prevention and Treatment. Current Psychiatry Reviews. 5. 62-72. 10.2174/157340009787315307.
[7] Harriger, J.A., Calogero, R.M., Witherington, D.C. et al. Body Size Stereotyping and Internalization of the Thin Ideal in Preschool Girls. Sex Roles 63, 609–620 (2010). https://doi.org/10.1007/s11199-010-9868-1
[8] Forbes, M. (2021). Body Happy Kids. How to help children and teens love the skin they’re in. Penguing Random House UK. Vermilion.