Blog
21ste-eeuwse vaardigheden stimuleren bij kleuters: dat gaat vanzelf!
De kinderen in de klas van juf Farah ontdekken dat iedereen dit jaar jarig is geweest, behalve David. Is David dan in de vakantie jarig? ‘Nee, David is in november jarig, maar de ouders van David willen geen verjaardagen vieren. Daarom is Davids verjaardag ongemerkt voorbij gegaan,’ legt juf uit. Dat kunnen de kinderen niet verkroppen, dus gaan ze op zoek naar een oplossing. Er worden verschillende ideeën geopperd, zoals: Davids verjaardag gewoon alsnog vieren, en dat ze dan samen voor een traktatie zorgen. Of: Davids verjaardag samen met die van Moos vieren, want die is volgende week jarig. David hoeft dan niet te trakteren en de kinderen maken een cadeautje voor hem. Dit laatste idee lijkt de meeste aanhangers te hebben. ‘Zullen we zijn ouders dan ook uitnodigen?’ oppert Sarieke. Dit is het moment waarop juf Farah ingrijpt.
Het belang van 21ste-eeuwse vaardigheden
Jonge kinderen worden tegenwoordig geconfronteerd met een snel veranderende wereld waarin weinig zekerheden lijken te bestaan. Door snelle maatschappelijke veranderingen verandert hun wereld continu. Denk bijvoorbeeld aan toenemende diversiteit of een gebeurtenis als de coronacrisis. Deze ontwikkelingen zijn lastig maar bieden ook nieuwe kansen voor kinderen. Om kinderen te leren goed met deze veranderende omstandigheden om te gaan, focussen scholen op 21ste-eeuwse vaardigheden. Dat zijn niet alleen informatie- of ICT-vaardigheden, maar ook vaardigheden zoals creativiteit en kritisch denken. Kinderen moeten immers leren om zelf de juiste keuzes te maken in een wereld waarin ze worden overladen met (soms tegenstrijdige) informatie. Maar hoe leer je kinderen om creatief en kritisch te zijn?
Het Kohnstamminstituut deed er, in samenwerking met de OESO (organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling), internationaal onderzoek naar. Ze wilden weten hoe leerkrachten de 21ste-eeuwse vaardigheden van creatief vermogen en kritisch denken bij kinderen kunnen bevorderen. Hoewel dit onderzoek weliswaar onder wat oudere kinderen plaatsvond, zijn de bevindingen zeker ook relevant voor jonge kinderen. Kleuters zijn prima in staat zijn om deze vaardigheden te oefenen, juist omdat zij ze van nature bezitten.
Kleuters zijn van nature creatief en kritisch
De onderzoekers definiëren de begrippen als volgt: creatief vermogen is ‘het bedenken van ideeën en oplossingen’, en kritisch denken werd gedefinieerd als ‘vragen stellen en het evalueren van ideeën en oplossingen’. In het onderzoek zijn enkele houdingsaspecten geformuleerd die helpen om deze vaardigheden te ontwikkelen. De aspecten zijn nieuwsgierigheid, vindingrijkheid en delen/doen.
Hieronder een schema uit het onderzoeksrapport, waarin de vaardigheden en houdingsaspecten worden beschreven in concreter gedrag (deelvaardigheden) wat kinderen zouden moeten leren. Dit schema geeft ideeën over hoe je kinderen kunt ondersteunen in het verder ontwikkelen van hun creatief vermogen en kritisch denken.
Creatief vermogen | Kritisch denken | |
Nieuwsgierigheid | Observeren
Beschrijven Onderzoeken |
Context van een probleem onderzoeken
Herkennen van sterktes en zwaktes in argumenten |
Vindingrijkheid | Verbanden leggen
Spelen met ideeën |
Aannames checken
Beoordelen van alternatieve ideeën of theorieën |
Delen/doen | Bedenken/ontwerpen van nieuwe producten of oplossingen | Beoordelen meningen van anderen
Herkennen van eigen vooroordelen |
Begeleiden van kritisch leren denken
In dit schema zien we met één oogopslag dat kleuters creatief vermogen bezitten. Ze observeren, beschrijven en onderzoeken hun wereld, elkaar en zichzelf. ‘Hé, David is niet jarig geweest! Hoe kan dat, is hij in de vakantie jarig? Iedereen is toch elk jaar jarig?’ Ze zoeken automatisch naar verbanden en spelen daarin met ideeën om het anders te doen en proberen dat uit. ‘Laten we het alsnog vieren, bijvoorbeeld als Moos jarig is!’ Je zou kunnen zeggen dat ze hier amper begeleiding in nodig hebben van volwassenen, hooguit wat sturing of verdieping misschien.
Anders ligt het met kritisch denken. Deze vaardigheid vraagt om gedrag dat kleuters misschien ook wel van nature doen, maar dat wel begeleiding nodig heeft omdat het bij kritisch denken gaat om oordelen. Hier kan juist de (ervarings-)kennis van volwassenen kinderen helpen. Je hoeft daarvoor als leerkracht niet overal inhoudelijke kennis van te hebben, maar je kunt wel de juiste vragen stellen waardoor kinderen kritisch gaan nadenken. Als de kinderen opperen de ouders van David uit te nodigen, grijpt juf Farah in. Ze zou gewoon kunnen zeggen ‘dat doen we niet, want dat willen de ouders van David niet’, maar daar kiest ze niet voor. Ze wil aansluiten bij de nieuwsgierigheid van de kinderen en bij hun neiging om te delen/doen, allebei houdingsaspecten die het kritisch denken kunnen versterken. Ze moedigt de kinderen aan David te bevragen, ondertussen David ondersteunend in het formuleren (beschrijven) van antwoorden (hiermee sluit ze aan bij de creativiteit van David). In het gesprek dat ontstaat onderzoeken de kinderen de context van het probleem van Davids verjaardag, ze checken hun aannames over hun ‘waarheid’ over het vieren van verjaardagen, ze beoordelen de ideeën van Davids ouders en herkennen hun eigen vooroordelen. De kinderen besluiten uiteindelijk Davids verjaardag niet stiekem alsnog te vieren, maar aan zijn ouders te vragen of ze volgende week voor David een cadeautje mogen maken dat hij dan op de verjaardag van Moos krijgt. David heeft hierin het laatste woord gehad. Een knap staaltje van kritisch denken van de kinderen!
Bron: Buisman, M., Van Loon, L., Boogaard, M. & E. van Schooten (2017) Stimuleren van creatief vermogen en kritische denken. Amsterdam: Kohnstamm