Blog
Kinderparticipatie: Hoe geef je kinderen een stem?
20 november staat sinds 1989 bekend als de internationale dag voor de rechten van het kind. Volgens de Rechten van het Kind (Verenigde Naties) hebben alle kinderen het recht om te participeren en gehoord te worden over de zaken die invloed hebben op hun leven. Kinderen moeten een stem hebben en hun mening telt. Maar hoe doe je dat eigenlijk, jonge kinderen een stem geven in hun leven? In deze blog vertellen we je meer over het onderzoek van Christel Eijkholt, die onlangs gepromoveerd is op het onderwerp kinderparticipatie. De resultaten van haar onderzoek laten zien dat het een meerwaarde heeft om kinderrechten- en burgerschap een expliciete plek te geven in het pedagogisch beleid.
Wat is kinderparticipatie?
Uit onderzoek naar kinderrechten en burgerschap komt naar voren dat kinderparticipatie een belangrijk onderwerp is [1]. Kinderparticipatie kan in meer directe vorm plaatsvinden, bijvoorbeeld door in speciale gesprekken met kinderen te praten over wat ze leuk vinden en wat hun ideeën zijn. Het kan ook een meer indirecte vorm hebben, bijvoorbeeld door hun ouders te bevragen naar de wensen van de kinderen of door goed te observeren wat de kinderen nodig hebben. Verder kan participatie meer formeel worden vormgegeven (kinderenquête) of informeel van aard zijn (terloopse gesprekjes).
Christel: “Directe participatie van kinderen, in de vorm van regelmatige speciale gesprekken met kinderen over wat zij leuk vinden en wat hun ideeën zijn, of via een soort enquête onder kinderen, waarin ze hun ervaringen, wensen en ideeën kunnen aangeven, heeft invloed op hoe kinderen zich voelen. Ook keuzevrijheid en het hebben of krijgen van verantwoordelijkheden draagt hier aan bij. Deze aspecten hebben invloed op hun niveau van welbevinden, op hun betrokkenheid bij activiteiten in de groep, en op de kwaliteit van de sociale omgang tussen kinderen. En dat zijn belangrijke voorwaarden voor een gezonde ontwikkeling en voor het groepsklimaat.”
Kinderparticipatie in de kinderopvang
Christel onderzocht in hoeverre elementen van kinderrechten en burgerschap terug komen in de Nederlandse kinderopvang (kinderdagopvang, peuteropvang en naschoolse opvang) [2]. Hiervoor gebruikte zij de data van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang. Iets minder dan de helft van de centra bleek in hun missie, visie of pedagogisch beleid expliciet te verwijzen naar kinderrechten én democratisch burgerschap. Een derde van de centra noemde geen van beide als expliciet uitgangspunt. Ook lieten de resultaten zien dat er vooral vormen van informele participatie plaatsvinden en dat meer formele en systematische kinderparticipatie nauwelijks voorkomt. Wel blijkt dat juist deze vorm van directe formele participatie samenhangt met een hoger welbevinden van kinderen en meer betrokkenheid bij de activiteiten.
Hoe geef je kinderen een stem?
Christel: “In de praktijk praten we makkelijker óver kinderen, dan mét hen. En vanuit efficiëntie-overwegingen lijkt het vaak ook sneller en makkelijker om voor kinderen en jongeren te beslissen. Of te beslissen waaróver zij mogen beslissen. We hebben jonge kinderen binnen ons onderzoek laten meedoen, meedenken en meepraten. Dit kan vanaf een jaar of 2,5 al heel goed. We laten zien op welke manier dit kan, en wat dit kwalitatief en concreet kan opleveren voor organisatie, beleid, praktijk en het kind zelf.”
Als je aan de slag wilt met kinderparticipatie, probeer dan tenminste twee keer per jaar één op één op open wijze met kinderen in gesprek te gaan en hen te vragen wat ze nodig hebben om zich ‘goed te voelen’, wat voor hen belangrijk is, wat voor ideeën ze hebben, wat ze het liefste doen, met wie ze het liefst spelen. Dit kun je doen in kleine gesprekjes, maar er zijn ook andere vormen om met jonge kinderen dit onderwerp bespreekbaar te maken. We noemen er drie:
- Kindgeleide rondleiding: Laat kinderen inbeelden dat er een nieuw kind op de groep komt. Vraag de kinderen om een rondleiding door de groep of het gebouw te geven voor dit nieuwe kind. Wat zouden ze dan vertellen of laten zien? Wat zou een nieuw kind moeten weten over hoe het hier in de groep werkt? Een dergelijke activiteit vertelt je wat kinderen belangrijk en leuk vinden in de groep.
- Paspoorten tekenen/kleuren: Je kunt dit ook uitbreiden door familie of vriendschappen te laten tekenen of kinderen te vragen om zichzelf in de toekomst te tekenen. Zo leer je hoe kinderen zichzelf zien en wat ze belangrijke onderdelen van hun identiteit vinden.
- Zonnetjes en wolkjes: Hiermee kun je het welbevinden van kinderen in kaart brengen. Vraag ze om op 3 zonnetjes aan te geven wat ze fijn vinden in de groep en op 3 wolkjes kunnen ze aangeven wat ze niet fijn vinden.
Meer info?
Zelf aan de slag met kinderparticipatie? Neem eens een kijkje op de website kinderparticipatie.nu. Hier vind je tips om aan de slag te gaan en kun je materialen downloaden die helpen (zoals de zonnetjes/wolkjes activiteit of observatieformulieren).
[1] Eijkholt, C. (2022). Children’s rights and citizenship: A perspective for inclusive and democratic education and care for young children. Utrecht, The Netherlands: Utrecht University.
[2] Eijkholt, C., Leseman, P., & Broekhuizen, M. (2022). Rights-based democratic citizenship pedagogy in Dutch centre-based child care. Utrecht, The Netherlands: Utrecht University.