Blog
Is het al vakantie? Tijdsbesef van jonge kinderen
Deze blog van Marta Kotarba is oorspronkelijk geplaatst op onze zusterblog Czym skorupka Het blogbericht is vertaald en bewerkt door Pauline Slot.
Wanneer is het vakantie? Wanneer gaan we naar oma? Hoelang moet ik wachten? Praten met peuters over tijdbeleving is niet makkelijk. Het lijkt erop kinderen nog weinig tijdsbesef hebben, maar niets is minder waar.
Patronen herkennen
Al in de eerste levensmaand ontwikkelt een baby een eerste gevoel voor tijd. Bij de meeste baby’s is er een eet- en slaappatroon te herkennen. Naarmate baby’s ouder worden, slapen ze langer en komt er een meer gelijkmatig slaappatroon. In een onderzoek in 1972 plaatsten onderzoekers baby’s van een maand oud in een donkere kamer waar het licht elke 20 seconden werd aangedaan. Toen ze het experiment herhaalden zonder het licht aan te doen, ontdekten ze dat de pupillen van de baby’s zich om de 20 seconden bleven vernauwen in afwachting van de lichtverandering. De onderzoekers concludeerden hieruit dat de hersenen van baby’s al kort na de geboorte in staat zijn om “een specifiek tijdsinterval tussen twee gebeurtenissen” te herkennen [1].
Tijdens het eerste levensjaar wordt het tijdsbesef van kinderen steeds beter. Kinderen in de leeftijd van zes tot tien maanden kunnen bijvoorbeeld verschillen tussen tijdsintervallen onderscheiden [2]. In een onderzoek in 2010 kregen baby’s een object te zien met tussenpozen van twee seconden. Na een tijdje veranderden de onderzoekers het tempo en lieten de baby’s hetzelfde object zien met intervallen van vier seconden. De onderzoekers merkten dat baby’s langer keken na het veranderen van het tijdsinterval. Dit suggereert dat ze het verschil tussen twee en vier seconden konden herkennen.
Wanneer komt het volgende hapje?
De hersenen zijn geprogrammeerd om tijd te herkennen. Het duurt alleen jaren om een volledig tijdsbesef te ontwikkelen. Onderzoekers hebben gemerkt dat kinderen rond 3 jaar fouten beginnen te maken in hun tijdsinschatting. Sommige onderzoekers denken dat dit komt doordat kinderen op deze leeftijd overgaan van impliciete oordelen over tijd (zoals het voorspellen van iets wat er gebeurt) naar expliciete oordelen (het inschatten van de duur van een gebeurtenis).
Als je bijvoorbeeld elke vijf seconden een stukje fruit aan een driejarige zou aanbieden, dan gaat het kind anticiperen dat er elke vijf seconden een nieuw hapje komt. Als het langer dan vijf seconden zou duren, merkt hij dat meteen! Maar als je het kind zou vragen “twee minuten te wachten” voordat hij zijn fruit krijgt, zou hij waarschijnlijk niet kunnen inschatten hoelang “twee minuten” echt duurt. Volgens onderzoekers komt dit doordat die expliciete inschatting van tijd afhankelijk is van neuronale paden in de hersenen die nog niet ontwikkeld zijn op die leeftijd. Zo’n duidelijk tijdsbesef ontstaat meestal rond zeven á achtjarige leeftijd [3].
Tijdsbesef stimuleren bij jonge kinderen
Om kinderen te helpen tijdsbesef te ontwikkelen, kan het helpen om een vast dagelijks ritme aan te houden. Met foto’s of plaatjes kan dit ritme zichtbaar opgehangen worden in de groep, zodat kinderen kunnen gaan herkennen welke activiteiten er achtereenvolgens gebeuren (bijvoorbeeld, spelen – fruit eten – naar buiten). Ook aandacht voor ritme en structuur in allerlei activiteiten helpt kinderen tijdsbesef te ontwikkelen. Zing bijvoorbeeld altijd hetzelfde liedje voor het eten of slapengaan. Verder zijn er allerlei activiteiten te bedenken waarin je een patroon AB AB introduceert. Bijvoorbeeld kralen rijgen volgens een AB AB patroon (rood-blauw, rood-blauw). Je kunt ook rijtjes maken met verschillende vormen volgens een AB AB patroon (vierkant-rondje, vierkant-rondje). Ook bewegingsactiviteiten lenen zich goed voor AB AB patronen. Laat de kinderen jou nadoen: klap-stamp, klap-stamp. Als je merkt dat kinderen een AB AB patroon goed oppikken, kun je het moeilijker maken door er ABC ABC van te maken (rood-blauw-geel; vierkant-rondje-driehoek; klap-stamp-hurk).
Onze zusterblog in Vlaanderen heeft een blog gepubliceerd over het belang van patronen bij kleuters voor hun rekenvaardigheden – een mooi vervolg op deze blog! Lees het op Kleutergewijs
Bronnen
[1] Brackbill, Y., Fitzgerald, H. E. (1972). Stereotype temporal conditioning in infants. Psychophysiology, 9(6), 569–577.
[2] Lewkowicz, D. J. (2003). Learning and discrimination of audiovisual events in human infants: the hierarchical relation between intersensory temporal synchrony and rhythmic pattern cues. Developmental Psychology, 39(5), 795–804.
[3] Droit-Volet, S. (2013). Time perception in children: A neurodevelopmental approach. Neuropsychologia, 51(2), 220–234.