Blog
Herkenning in de inrichting voor het zelfbeeld van de kinderen
Mijn groep bestaat alleen uit kinderen met een andere culturele achtergrond. Maar in het speelgoed, boeken of inrichting is dit niet terug te zien. Mijn collega en ik willen dan ook meer culturele diversiteit doorvoeren in de inrichting. En we willen graag meer reacties van kinderen horen, zoals het kind dat ‘mama’ riep na het zien van de voorkant van een voorleesboek. We willen dat kinderen zichzelf en hun familie kunnen herkennen. Uit eigen ervaring weet ik hoe belangrijk herkenning is voor het vormen van een positief zelfbeeld en het gevoel dat je er bij hoort. Maar in welke activiteiten vind ik die herkenbaarheid? En hoe kun je deze toepassen op onze groep, of toevoegen aan de VVE-thema’s waarmee wij werken?
Monique Wolff ging met haar collega aan de slag om meer herkenning en culturele diversiteit in haar groep te brengen.
Herkenning en zelfbeeld
Kinderen die tussen twee culturen opgroeien staan voor een extra uitdaging. Zij moeten de cultuur waarin zij opgroeien en de cultuur van hun ouders integreren. Dat kan verwarring opleveren en problemen geven voor hun zelfbeeld. ‘Weten waar je vandaan komt, hoe de migratiegeschiedenis jou en je familie hier heeft gebracht en enige verbinding houden met je eigen culturele erfgoed, helpt in het ontwikkelen van een evenwichtig zelfbewustzijn’ [1].
Herkenbaarheid draagt bij aan een positief zelfbeeld. ‘Het is mooi als kinderen al op jonge leeftijd de boodschap meekrijgen dat alle kleuren goed zijn. Als alle kinderen van jongs af aan positieve of neutrale opmerkingen krijgen over hun huidskleur, helpt dit hun positief zelfbeeld te ontwikkelen’ zegt Elly Singer. [2] Door herkenning in de inrichting, activiteiten, voorleesboekjes en rolmodellen, kunnen kinderen zelfbewustzijn en een stevige identiteit ontwikkelen [1].
Inrichting
Door simpele alledaagse bruikbare voorwerpen in hoeken toe te voegen stimuleer je herkenning [3]. Dit is eenvoudig en snel te realiseren. Denk dan aan bepaalde soorten exotisch fruit, kussens en een tafelkleed van Surinaamse of Afrikaanse stoffen. Specifieke doosjes en potjes voor kruiden en rieten manden of zet eens thee in met een Marokkaanse theepot met Marokkaans theeservies.
Diversiteit in de verkleedkleding lokt ander soort spel bij de kinderen uit. Denk eens aan een djellaba, Indiaanse sari, Surinaamse koto en daarbij passende hoofddoeken, sluiers, Chinese hoeden of Russische (nep)bontmutsen.
Bij de kringloopwinkel zijn deze spullen makkelijk te vinden. Je zou ook ouders kunnen vragen of ze spullen over hebben. Let er wel op dat je duidelijk bent dat het echt dingen moeten zijn die ze al willen wegdoen. Anders brengen ouders uit beleefdheid de mooiste theepot of een nieuw tafelkleed mee.
Voorbeeld
Monique en haar collega dachten ook na over hoe ze activiteiten meer intercultureel konden maken.
Om het interactief voorlezen meer intercultureel te maken ben ik op zoek gegaan naar een boek over een alledaags onderwerp waar ook getinte hoofdpersonen in voorkomen. Dit heb ik gevonden in het prentenboek ‘Eén, twee, drie, vier: hoofddoek van plezier!’ Het verhaal gaat over een oma die haar verjaardag viert, maar niet blij is omdat ze haar hoofddoek niet kan vinden. Hoofddeksels in de vorm van hoeden, hoofddoek, petten komt in elk cultuur voor en spreekt elk kind qua verbeelding wel aan. Dit boek paste ook goed bij het thema Feest.
Het boek riep herkenning op bij alle kinderen, ofwel doordat het verhaal over feest ging als door de personen die in het boek voorkwamen. Terwijl ik de voorkant liet zien, riep een kind ‘Dat is mama!’. Ik ging daarop in en we hadden gesprekjes over onze huidskleuren en die van het meisje op de voorkant. Toen ik vertelde dat er een verjaardagsfeest was, begon een kind ‘happy birthday’ te zingen. Bij het verhaal had ik hoofddeksels uit verschillende culturen meegenomen. Hoofddoeken met Afrikaanse kleuren, grote Surinaamse zakdoeken en sjaals met kleine belletjes en mooie printen en nog meer.
De kinderen wilden na het verhaal ook alle hoofddoeken proberen. We hebben voor de spiegel gestaan en veel lol gehad als een groot verkleedfeest. De meeste kinderen wilden de doeken ophouden. Ze speelden in de huishoek het verjaardagsfeest met zingen en dansen.
Activiteiten
Zoals in het voorbeeld, kun je kijken of je bij de (VVE-)activiteiten materialen kan aanbieden uit verschillende culturen. Of kun je misschien liedjes en rijmpjes uit andere culturen gebruiken? Iedere cultuur heeft rijmpjes, liedjes en hand- en schootspelletjes, zoals “zagen zagen” en “naar bed naar bed zei duimelot”. Vraag aan ouders welke spelletjes zij vroeger speelden of welke liedjes zij thuis voor het kind zingen. Ouders kunnen de spelletjes laten zien tijdens een inloopmoment. Als het liedje moeilijk is om te leren en goed uit te spreken, kun je het liedje ook opnemen of afspelen via youtube.[3]
Bronnen
[1] Eijsenring, C. (2009). Allemaal stralende gezichten. Intercultureel werken met Tam Tam. HJK, 14-16
[2] Keulen van, A. & Singer, E. (2013). Ieder kind een eigen verhaal. Samen verschillend in kindercentra, 25-28
[3] Van den Heuvel, W. (n.d.). Spel en diversiteit. Een hoofdstuk uit de methodiek van Spel aan Huis.